Achter het liedje: ‘The Mercy Seat’ van Nick Cave
Lowlove duikt in de aanloop naar Lowlands 2013 in de ontstaansgeschiedenis van liedjes die dit jaar (vrijwel zeker) op het festival gespeeld gaan worden. In deze vijfde aflevering: de geschiedenis van ‘The Mercy Seat’ van Nick Cave.
De meeste toeristen komen niet verder dan Potsdamer Platz. Een enkeling loopt misschien nog de Stresemannstrasse in, op weg naar de kunstschatten van de Martin Gropius Bau, of de herinneringen aan de nazigruwelijkheden in de Topographie des Terrors.
Vrijwel niemand komt op het idee de eerste straat rechtsaf te slaan, de Köthener Strasse in. Na honderd meter, net na de pizzeria, staat op nummer 38 een oud en statig gebouw. ‘Meistersaal’, staat op de ramen. En op een van de kleine bordjes naast de voordeur ‘Hansa Ton Studios’. Welkom in Berlijn.
Toen Nick Cave hier in de zomer van 1987 binnen liep, zag de omgeving er iets anders uit. De Potsdamer Platz was een kale vlakte, het voormalige hart van de stad dat door de muur ontdaan was van het levensbloed in zijn aderen. Een groep zigeuners had zich er tussentijds gevestigd. En als een van de weinige bewijzen van de vroegere grandeur stond Hansa Ton Studios er nog fier overeind.
De magnifieke oude balzaal, de Meistersaal, had al eerder dienst gedaan als opnameruimte voor groten in de popmuziek. Iggy Pop (Lust for Life), David Bowie (Low, Lodger en Heroes), Depeche Mode (Construction Time Again). Bijna allemaal acts met een voorliefde voor de zelfkant van het leven, het (zelf)destructieve. En anders probeerden ze in Hansa dat gevoél te vinden, en te vertalen in muziek.
In dat rijtje past Cave uiteraard als geen ander. De Australiër had met The Birthday Party en zijn platen met rariteitenkabinet The Bad Seeds in de jaren tachtig al een reputatie opgebouwd als vervaarlijke, licht waanzinnige muzikant.
‘Post-punk’ hadden de critici er maar op geplakt. Bij hem leek de duivel altijd mee te kijken over zijn schouder. Soms leek Satan zélf mee te spelen. En volgens anderen wás Cave de duivel in hoogsteigen persoon, met zijn fascinatie voor de dood, voor moord, voor bloed.
Niemand anders zou dus The Mercy Seat hebben kunnen schrijven, naast die zwart-witte vlakte in de Hansa Ton Studios. Het nummer opent zijn vijfde studioplaat, Tender Prey, en is sindsdien niet meer weg te denken van de setlist van Nick en zijn collega-excentriekelingen.
Het lijkt er op dat Cave zelf later pas begon te beseffen wat voor een muzikaal meesterwerk hij had geschapen. De studioversie begint chaotisch. Het orkest trekt letterlijk alle registers open, om een ongespecificeerde geluidsbrei te produceren. De vocalen zijn aanvankelijk nauwelijks te verstaan. Pas later hoor je het strijkerskwartet, en gaat de storm eventjes liggen. Om later weer op te flakkeren, als Cave het refrein voor de zesde en zevende keer uit spuugt. Tot de dood er op volgt.
Tegenwoordig leveren de Bad Seeds de begeleiding vooral via gitaren, in het eerste deel van het nummer. Het past misschien ook beter bij een nummer dat de strijd van een ter dood veroordeelde gevangene beschrijft. Want The Mercy Seat is een metafoor voor de elektrische stoel. ‘My head is shaved, my head is wired’, schreeuwt hij halverwege, en dan moet de executie nog beginnen.
De muziek kreeg wellicht zijn ultieme versie in de uitvoering van Johnny Cash in 2000, op zijn American Recordings III: Solitary Man. Zoals de ‘Man In Black’ ook al onder andere ‘Hurt’ van Nine Inch Nails naar nieuwe, serene hoogten bracht.
Maar in The Mercy Seat zit het genie in de tekst verborgen. Regel voor regel huiver je mee met het relaas van de gevangene, die strijdt met zijn eigen schuld of onschuld. ‘And in a way I’m yearning, to be done with all this measuring of truth’.
Misdaad en straf. Dostojewski schreef er ooit een briljant boek over. Cave jat er niet voor niets een complete regel uit (‘I begin to chill to objects and their fields’). Wanneer ben je schuldig? Welke mate van boetedoening is genoeg? Oog om oog, tand om tand?
Elke religie kampt met zulke grote vragen. Cynisch verhaalt de Australiër over ene Jezus, een timmerman die vastgespijkerd werd op een mooi stuk timmervakmanschap. ‘And might I say, it seems so fitting in its way.’
Bij Cave lijk je niet te hoeven smeken om vergiffenis. Maar niets is wat het lijkt in dit nummer. Want het jodendom heeft voor vergiffenis zelfs een speciale dag: de Dag van Verzoening. Daarin staat de ‘Ark van de Convenanten’ centraal, waarin volgens de overleveringen de tien geboden vervoerd werden. En de ark werd afgedekt door…. juist: The Mercy Seat.
2 reacties
Joppe
wedereom een boeiende verhaal ! complimenten…
is leuk om dit soort achtergronden te lezen. Was me nooit eerder bewust dat het me zo boeide !
dank hiervoor :-)
Bas
met plezier gemaakt :-)
U kunt niet meer reageren.